f l
^

Quiévrechain 1967

Quiévrechain is een plaatsje in Noord Frankrijk, tegen de Belgische grens, niet ver van Valenciennes. Quiévrechain ontleende zijn glorie ooit aan de aanwezigheid van de drukke grensovergang tussen België en Frankrijk. Quiévrechain is nu zo’n plaats die alleen bestaat op het moment dat je er met je auto doorheen rijdt, op weg naar een zuidelijke bestemming. Zodra je er voorbij bent, is het er niet meer.

QuievrecainMet het gereedkomen van de A2 tussen Parijs en Brussel in 1972, neemt de betekenis van Quiévrechain als passageplaats tussen de twee landen snel af. Parallel aan het verdwijnen van het drukke, doorgaande verkeer, neemt ook het economische belang van het stadje snel af. In de jaren zeventig slaat de oliecrisis ook hier heftig toe.

Was de stad eerst nog één grote werkplaats met de voor deze streek traditioneel sterk vertegenwoordigde, maar verouderde metaal- en glasindustrie, de arbeiders verlaten nu het stadje op zoek naar emplooi elders. Anders zullen ze veroordeeld worden tot langdurige werkloosheid. Krimp: dat is voortaan het sleutelwoord dat staat voor Quiévrechain.

Het stadje weet zich nu te onderscheiden door de jaarlijkse bierfeesten en de 24 uurs (non-stop) wielerkoers van Quiévrechain. Elk jaar in de maand juni.

Op de ansichtkaart is nog niets van de teloorgang van Quiévrechain te zien. We kijken vanuit het Franse Quiévrechain naar het Belgische Quiévrain. Een Parijse Citroën DS passeert de grens in zuidelijke richting; de chauffeur heeft zijn arm achteloos op het portier liggen. Hij heeft nog ruim tweehonderd kilometer te gaan voor hij in Parijs zal zijn. Hij laat de douaniers achter in de blauwe walm van z’n uitlaat. De grensovergang bij Quiévrechain is een toonbeeld van welvaart. Er zijn volop winkels langs de grensstraat waar passanten snel inkopen kunnen doen, voor ze de douane passeren. Gaan we nu kijken op de plek waar destijds deze ansichtkaart gemaakt is, dan is de romantiek helemaal afwezig. De talrijke cafés en restaurants zijn verdwenen, behalve de tabakswinkels.

Die zijn nog een restant uit de tijd dat de  verschillen in tabaksaccijns het interessant maakten om even de grens over te wippen voor een goedkope slof sigaretten. Maar ook de douaniers, die toentertijd hun handen vol hadden aan de tabaksmokkel, ze zijn er niet meer. Er is geen reden meer om even te stoppen, de spanning is weg.

Er bestaat één bekende Quiévrechainois. Dat is José Samyn, een wielrenner die medio jaren zestig bescheiden triomfen vierde in Franse en Belgische wielerwedstrijden.

Hij is niet oud geworden. In 1969 komt hij ten val in een Belgisch criterium, raakt in coma en sterft drie dagen later, 23 jaar oud. Op een of andere manier maakt dat Quiévrechain nog tragischer dan het al is.

De enig bewegende beelden die van Samyn resteren komen uit 1967, gemaakt in de Tour de France, als hij de elfde étappe wint van Briançon naar Digne. In dat jaar eindigt Samyn op de zeventiende stek van het eindklassement van de Tour.  Nu wordt er nog jaarlijks in de Wallonië de wielerkoers ‘Le Grand Prix Samyn’ gereden.  Samyn won deze wedstrijd nog in 1968, een jaar voor zijn dood. Het jaar daarna werd de koers naar hem vernoemd. Hoe vaak zou hij de meet van Quiévrechain voorbij gefietst zijn?

Ansicht: M. Carpedi

Share

Reply